Jemen in 17 of 22 dagen: contrasten en rijkdom

Bezoek de twee musea, nationale en militaire, en ontdek de oude stad Sanaa. Ga door Bab Al Sabaah en loop langs de binnenste wallen in de richting van Bab Al Yemen, ga onder de poort door, bezoek de binnenkant van de in een kunstgalerij omgebouwde wallen en loop de hoofdstraat op, loodrecht op de poort. Dan moet u op zoek gaan naar de karavaanserai, de "souk al zabid" (druiven), de grote moskee (die u niet betreedt), groentetuinen vinden, de weg naar de "Seyla" volgen en naar de noordelijke wallen gaan en door de poort van Al Sheaub naar buiten gaan. We slapen in Sanaa.

Bezoek de dorpen ten noorden van Sanaa, met Baukour waar je rond 8 uur s ochtends moet zijn, het fort van Zakatine, en ga dan naar het dorp Hababa dat zeer beroemd is om zijn grote zoetwaterreservoir. Het tweede dorp van de ochtend is Thoula, geheel geplaveid, waarvan men de wallen nog kan zien; men kan er lunchen, tenzij men liever de weg naar Shibam neemt en daar eet. Boven Shibam ligt de vestingstad Kaukabam van waaruit men een prachtig uitzicht heeft op de noordelijke en zuidelijke valleien. We eindigen de dag met de ouadi Dhar en het paleis van de imam dat volledig kan worden bezocht. We slapen in Sanaa.

Village of Taouila en bezoek dan het mooiste dorp van de regio, Marouit, waar het mogelijk is om te slapen en te ontwaken in het midden van de wolken.

We moeten teruggaan naar Sanaa zonder daar te stoppen en de weg naar Hodeïda nemen. We beginnen de laatste tweedaagse reis tussen het hooggebergte, inclusief de Jebel Haraz, die we vanuit het dorp Manakha bereiken. Het zal nodig zijn om deze reis van tevoren te plannen met je gids en hem te vertellen dat je de dorpen Manakha, Al Hajjara, Al Houteip, Kahel wilt zien, en naar de Gebel Haraz te gaan en met hem je slaapplaats te plannen tussen de vierde en vijfde dag.

Je komt laat in de middag terug, richting Sanaa.

Vlieg naar Seyoun waar je s morgens vroeg aankomt, vaak in de vroege uurtjes. Omdat het hier warm is, kunt u het beste rustig aan doen en s middags in de schaduw uitrusten. Het eerste bezoek is terug naar Shibam, deze stad gebouwd van adobe-gebouwen, waarvan sommige worden bezocht. Dan moet je op de top die het domineert, klimmen om een panoramisch uitzicht op de site te hebben.

Seyoun, met zijn souk en het sultanspaleis dat ook een klein museum bevat. Vanuit Seyoun gaan we naar de stad Tarim, gebouwd door de van oorsprong Singaporese familie Al Kaf, die daar een twintigtal paleizen heeft gebouwd en de stad in zijn glorie heeft doen herleven. U kunt zwemmen in het schaduwrijke zwembad van een van hen, het Quba-paleis. Langs de weg ziet u kalkovens en mausolea met koepels van Soefi heiligen.

De ingang wordt aangegeven door een beroemd kruispunt waar jonge kamelen worden verhandeld; een restaurant biedt zelfs een proeverij aan, maar het is een zeer stevig vruchtvlees dat veel voorbereiding vereist. De vallei van alle schoonheid, ingeklemd tussen verschillende ravijnen, wordt verloederd door de voorkeur van de dorpen die aan hun zijde hangen, waarvan Hajjarin, Sif, Khourayba. Neem de tijd voordat u aankomt in het Buksham hotel waar wij u aanraden uit te stappen: een gebouw van acht verdiepingen van cederhout en adobe, met een veelkleurige buitenkant.

We nemen de weg over het hotel en blijven op het plateau. Het is dan een opeenvolging van landschappen: woestijnplateaus, dorre bergen, zandsteenvalleien gegraven door de laatste gletsjer, een strook zand bij het naderen van Moukalla. U komt in deze hoofdstad van de Arabische Zee aan voor de lunch. Bezoek dan de stad na een duik in de oceaan, vrij koel in de schemering, het drinken van een vruchtensap op de pier omgevormd tot cafés.

Bezoek het paleis van de sultan voordat u de weg naar Chaboua neemt. Gedurende drie uur zullen de landschappen voor uw ogen paraderen. Mooie kreken waar houten boten drijven, zwart vulkanisch gesteente dat het gele zand met elkaar verweven is, gigantische kraters en tenslotte de rotsachtige piek van Bir Ali, de oude haven van Canaa. Het is op het strand, in hutten, dat je de nacht zult doorbrengen.

Na uw eerste bad van de dag in de Arabische Zee, beklimt u de top om de oude waterreservoirs op de top te ontdekken. Bezoek de vismarkt en bekijk het lossen van ladingen makreel, haaien en roggen. Neem een boot naar een of meer van de eilanden en zwem tussen de kleurrijke vissen. Het duurt dan drie uur om op het vliegveld van Moukalla te komen om naar Aden te vliegen.

Bezoek aan het stadsmuseum, dan wandelen we door Krater, de centrale wijk. We kunnen op de kroonlijst Al Mouhalla lopen. De middag kan worden gewijd aan het zwemmen, in de baai van Gold Mohour en het proeven van gegrilde kreeften.

De weg van Aden naar Taizz is niet erg interessant en duurt twee of drie uur. Eenmaal in Taizz kun je naar de top van de Saber djebel gaan, het uitzichtpunt bewonderen en weer naar beneden lopen. In de omgeving kunt u, als u tijd heeft, bossen of een moeras met allerlei soorten vogels bezoeken.

Op de weg naar Tihama wordt de stad Mokha opgericht, wat helaas slechts een rottende mythe is. Verder gaan we naar de Afrikaans aandoende haven van Kaokha. Het hoogtepunt van de weg is de stad Zabid, nog steeds omgeven door de oorspronkelijke muren. Men moet op de deur durven kloppen om binnen te komen, want er zijn maar weinig huizen die alleen voor het toerisme bestemd zijn. Men kan s avonds in Hodeïda slapen.

Een halve dag rijden terug naar Sanaa.

Ofwel is dit het einde van de reis, ofwel kan men nog steeds kiezen om naar Socotra Island te gaan voor drie of vier dagen, afhankelijk van de beschikbare vluchten en het seizoen (het eiland is onbewoonbaar van mei tot oktober, vanwege de moesson die zeer hete en hevige winden veroorzaakt).